Drie weken geleden lekte de eerste plannen uit voor Prinsjesdag 2022. Conclusie: de energiebelastingtarieven zouden nog verder dalen en de vermindering energiebelasting (ook wel heffingskorting genoemd) zou stijgen. Hiermee zou de energiecrisis het hoofd worden geboden.
Ondanks het feit dat dit voorstel formeel ook naar de kamer is gestuurd, gaan deze plannen direct de prullenbak in. Afgelopen weekend heeft het Kabinet (middels een zogenaamd inlegvel) gekozen om een prijsplafond in te voeren voor consumenten en het MKB.
Men gaat compenseren tot een maximum van het gemiddelde verbruik van een huishouden: 2.479 kWh en 1.169 m3. Tot dit verbruik worden de gemiddelde tarieven van januari 2022 gehanteerd. Het verschil met de marktprijs zal vanuit een apart fonds worden bijgepast door de overheid en energieleveranciers. Mocht een huishouden meer verbruiken, dan zal men daarvoor de marktprijs (lees: het huidige contract) betalen. Mits uitvoerbaar moet deze nieuwe regeling al per 1 november a.s. ingaan.
In ruil hiervoor gaat de voorgenomen verlaging van de energiebelastingtarieven per 1 januari 2023 van tafel. Daarnaast gaat de vermindering energiebelasting 2023 (ookwel heffingskorting genoemd) in ieder geval niet omhoog. Hierover is nog geen formele uitspraak, maar de verwachting is dat deze teruggaat naar het niveau van 2021.
Dit heeft direct impact op de teruggaaf energiebelasting. Wilt u weten wat het voor betekent? Vul onderstaand formulier in.